Ingrijpende aanpassingen aan VVPRbis

actie vereist voor einde 2021
 

Home

Beste klant,

De regering heeft een nieuw voorontwerp van wet voorbereid met ingrijpende aanpassingen aan het VVPRbis regime. Hoewel de wet nog niet is goedgekeurd door het parlement, kan al wel actie ondernomen worden om bepaalde voordelen niet te verliezen!

Ter herinnering: het VVPRbis regime is van toepassing op dividenden toegekend aan nieuwe aandelen op naam die sinds 1 juli 2013 zijn uitgegeven in ruil voor inbrengen in geld (n.a.v. de oprichting of een kapitaalverhoging) en waarop werd ingetekend door natuurlijke personen. Verder dient de vennootschap op het moment van de inbreng te kwalificeren als ‘klein’ in de zin van het vennootschapsrecht. Het VVPRbis regime laat in deze gevallen toe om dividenden uit te keren tegen een verlaagde roerende voorheffing (RV).  Dividenden afkomstig uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng ondergaan 20% RV. De dividenden komende uit de winstverdeling van het derde boekjaar en volgende na dat van de inbreng, genieten 15% RV. Het normale tarief is 30%.

1. Nieuw startpunt van de wachttermijn

Om in aanmerking te komen voor de verlaagde roerende voorheffing, werd op heden algemeen aanvaard dat de betreffende aandelen slechts dienden te zijn volstort op het moment dat de dividenden worden toegekend of uitgekeerd. De wachttermijn van twee of drie jaar ging als gevolg meteen in vanaf het boekjaar van de inbreng, ook al werd er niet meteen volstort.

Voor dividenduitkeringen vanaf 01.01.2022 zou die wachttermijn pas ingaan vanaf de volledige volstorting van de inbreng in geld. Als gevolg raden wij iedereen aan om, indien nodig, het kapitaal of de inbrengen nog voor einde van het lopende boekjaar volledig te volstorten (bv. 31.12.2021). Op die manier zou worden vermeden dat er een extra boekjaar dient te worden gewacht alvorens er kan worden genoten van de verlaagde roerende voorheffing.
 

2. Regering kan zich niet (langer) vinden in impact van het nieuwe vennootschapsrecht

Volgend op een antwoord van de toenmalige Minister van Financiën en enkele positieve rulingbeslissingen, was het in vele gevallen opportuun om gebruik te maken van de afschaffing van het minimumkapitaal zoals voorzien door het nieuwe vennootschapsrecht, in voege sinds 01.05.2019. Veel vennootschappen opgericht tussen 01.07.2013 en 01.05.2019 hebben intussen hun statuten aangepast en maakten van de mogelijkheid gebruik om meteen ook hun nog niet volledig volstort kapitaal te herleiden tot het volstort gedeelte via een “vrijstelling van volstortingsplicht”.

Het voorontwerp van wet keurt deze techniek echter af. Vennootschappen hun kapitaal verminderd hebben via een ‘vrijstelling van volstortingsplicht’ zouden voor dividenden uitgekeerd vanaf 01.01.2022 niet langer in aanmerking komen voor het verlaagde tarief, tenzij uiterlijk voor 31.12.2022 het kapitaal weer op het initieel toegekende niveau wordt gebracht en volstort. Concreet zou er in deze gevallen dus opnieuw tot een kapitaalverhoging moeten worden beslist om het voordeel niet te verliezen.

Zoals reeds aangegeven dwingt de verwachte inwerkingtreding vanaf 1 januari 2022 ertoe om nog voor jaareinde de nodige actie te ondernemen. Neem zeker contact op met uw gekende contactpersoon bij dnf om uw specifieke situatie verder in detail te bekijken.